Havo A : deel 1, 2 en 3

Uitleg ....

H10 Statistische variabelen

Algemeen


Hoofdstuk 10 heeft betrekking op Domein E: Statistiek. Dit onderdeel wordt zowel op het SE als op het CE getoetst.
H10
De leerling kan
E1.0 data die op diverse manieren zijn gerepresenteerd en/of samengevat interpreteren en beoordelen op relevantie in relatie tot een onderzoeksvraag.  
E1.1 een gegeven onderzoeksopzet of –vraag kritisch beoordelen; 10.3
E1.2 een gegeven presentatie van data kritisch beoordelen in relatie tot het doel waartoe deze is gemaakt; 10.3
E1.3 beoordelen of er sprake is van een representatieve en/of aselecte steekproef; 10.3
E1.5  beoordelen of een variabele kwalitatief of kwantitatief, discreet of continu, ordinaal of nominaal is;  H10
 E1.6 bij een gegeven presentatie van data beoordelen of uitspraken voldoende zijn onderbouwd;   10.3
E1.7 uit gegeven presentaties van data of uit samenvattingen relevante informatie afleiden; 10.4
E2.4 de samenhang tussen statistische variabelen beschrijven met behulp van een kruistabel of puntenwolk;  10.3
E2.5  uit gegeven data andere data afleiden en de mogelijke gevolgen daarvan beredeneren voor de centrummaten en/of spreidingsmaten.   10.3 en 10.4
 E4.0 De kandidaat kan
- op basis van steekproefgegevens een uitspraak doen over een populatieproportie of populatiegemiddelde en de betrouwbaarheid kwantificeren,
- het verschil tussen groepen kwantificeren,
- het verband tussen twee variabelen beschrijven,
en het resultaat interpreteren in termen van de context. 
 H10
  De leerling kan   
 E4.1 groepen vergelijken op een gegeven kenmerk;  10.2 
 E4.2  aan de hand van een gegeven berekeningswijze het verschil tussen twee groepen kwantificeren;  10.2
 E4.3  op basis van een steekproefproportie of steekproefgemiddelde uitspraken doen over de populatieproportie of het populatiegemiddelde en aan de hand van een gegeven berekeningswijze de betrouwbaarheid kwantificeren;  10.1
 E4.4  een statistisch verband tussen twee variabelen beschrijven;  10.4
 E4.6  de statistische samenhang tussen twee variabelen, beschreven met behulp van een kruistabel of puntenwolk, interpreteren in termen van de probleemsituatie;  10.4
 E4.7  conclusies uit statistisch onderzoek met behulp van kwalitatieve en kwantitatieve argumenten kritisch beoordelen, al dan niet in het kader van de empirische cyclus (onderzoeksvraag, data verzamelen, data analyseren, conclusies trekken).  10.3 en 10.4

Planning

Zie studiewijzer

Voorkennis: Soorten variabelen en de normale verdeling

1. Populatie en steekproef
2. Groepen vergelijken
3. De statistische cyclus
4. Interpreteren van onderzoeksresultaten

Video's

Uitleg wiskunjeleren: video's

Samenvatting: video

Aanvullend materiaal

Overzicht paragraaf 10.1 en paragraaf 10.2