| C5.0
|
De leerling kan exponentiële verbanden herkennen, met formules beschrijven, in grafieken weergeven en er berekeningen aan uitvoeren. |
H9 |
|
De leerling kan |
|
| C1.7
|
binnen de probleemsituatie een verband, weergegeven door een tabel, doelgericht gebruiken; |
9.1 |
| C2.0
|
een grafiek tekenen op basis van gegevens uit een tekst, een tabel, een formule of andere grafieken en gegevens en relevante informatie uit grafieken aflezen, grafieken interpreteren en in verband brengen met andere grafieken, formules of tekst. |
H9 |
| C2.0.1
|
de vier standaardverbanden en hun standaardformule: lineair verband (y=ax + b), exponentieel verband (y = b*g^x), (in hoofdstuk 11: evenredig verband (y=ax) en omgekeerd evenredig verband (y=a/x)); |
H9 |
| C2.0.3.
|
de volgende bij de grafieken van de genoemde standaardverbanden de snijpunt(en) met de x -as en met de y-as. |
H9 |
| C2.1
|
van de standaardverbanden een globale grafiek tekenen zonder ICT/GR;
|
9.1, 9.4 |
| C2.2
|
in een gegeven probleemsituatie de parameters van een standaardverband berekenen; |
9.1, 9.4 |
| C2.3
|
een logaritmische schaalverdeling aflezen. |
9.5 |
| C2.4
|
in een probleemsituatie de relevante variabelen vaststellen; |
9.4 |
| C2.5
|
bijzonderheden van een grafiek met woorden beschrijven; |
9.4 |
| C2.10
|
de coördinaten van snijpunten van grafieken aflezen, berekenen en interpreteren binnen de gegeven probleemsituatie; |
9.1 |
| C2.11
|
een vergelijking of een ongelijkheid opstellen aan de hand van een tabel, formule, grafiek of tekst; |
9.1 |
| C2.12
|
conclusies trekken uit grafieken in verband met vergelijkingen en
ongelijkheden; |
9.1
|
| C2.14
|
vergelijkingen en ongelijkheden oplossen met behulp van numerieke of grafische methoden; |
9.1 |
| C5.0.1
|
De leerling kent de begrippen grondtal en exponent. |
9.1 |
| C5.1
|
vaststellen of een groeiproces bij benadering exponentieel is; |
9.1 |
| C5.2
|
met beginwaarde, groeifactor, groeipercentage, halveringstijd of verdubbelingstijd berekeningen uitvoeren. |
9.1, 9.2, 9.3 |
| C5.3
|
een formule opstellen bij een exponentieel verband tussen twee grootheden dat in een tabel, grafiek of tekst gegeven is; |
9.1, 9.4, 9.5 |
| C5.4
|
grafieken tekenen en interpreteren bij formules van het type
y = b * g^x .
|
9.1, 9.4 |
|
|
|