WERKGROEP ARCHEOLOGIE NAAR WAARDAMME

WERKGROEP ARCHEOLOGIE NAAR WAARDAMME

Noodsprong naar de bronstijd

WEERT/WAARDAMME - De Werkgroep Archeologie Philips van Horne heeft een paar spannende weken achter de rug. De aanvankelijk geplande opgraving van een Middeleeuws kasteel in het Belgische Middelburg werd elf dagen voor vertrek afgelast. De gemeente Maldegem treuzelde met een besluit over toestemming voor het opslaan van het jaarlijkse kamp. Niet getreurd; met veel kunst- en vliegwerk kregen Gerrit Hasendonckx en zijn ploeg een zo mogelijk nog veel leukere opgraving rond. De groep gaat nu van 17 juli tot en met 7 augustus naar Waardamme, een kilometer of tien onder Brugge en zo’n 215 kilometer van de thuisbasis Weert. Daar ligt een opgraving met sporen van grafheuvels en bebouwing uit de Bronstijd en vroege IJzertijd op de kleine tachtig gravers te wachten.

De nieuwe opgravingsleider Frederik Demeyere schreef onderstaande tekst voor het infoboek van de werkgroep en geeft daarmee duidelijk weer wat de amateur-archeologen in Waardamme gaan doen.

Eind jaren zeventig maakte luchtfotografie opgang als prospectietechniek aan de Gentse universiteit. Tijdens vluchten merkte piloot J. Semey allerlei sporen in het Vlaamse landschap op. De Vakgroep Archeologie en Oude Geschiedenis van Europa kende haar steun toe. Sindsdien maakt luchtfotografisch prospecteren deel uit van haar beleid en activiteiten. Binnen afzienbare tijd werd een enorme rijkdom aan sporen vastgelegd op dia’s.

De reden hiervoor ligt in de aard van de prospectie. Deze gaat niet zo zeer op zoek naar het heuvellichaam, zoals dat vroeger gebeurde, maar kijkt meer naar de aanwezigheid van de perifere grachten. Deze zijn meestal gevuld met iets humeuzere, iets lossere en vochtigere grond. Hierdoor tekenen zich bij bepaalde weersomstandigheden en gewassen cropmarks af op opnamen van onbebouwd gebied. In Oost- en West-Vlaanderen zijn op deze manier veel cirkelvormige structuren opgemerkt. Eeuwenlange intensieve landbouw - gekenmerkt door nivellering, aanleg van akkers met bedden en bolle akkers - had vaak de heuvels zelf vernield.

De site Waardamme–Vijvers werd in de loop van de jaren negentig verschillende malen opgemerkt. Met kon met zekerheid aannemen dat er minstens vier verschillende cirkelvormige structuren verwacht mochten worden.

Eind vorig jaar is het terrein voor nieuwbouw van 33 huizen opgekocht door het projectbureau Immoflandria uit Wetteren. Na beraad besliste de dienst Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen dat de bouwvergunning pas afgeleverd kon worden als de eigenaar instemde met archeologisch onderzoek. Dit betekende dat Immoflandria voor de duur van zes maanden een projectarcheoloog in dienst nam om het onderzoek uit te voeren. Na wat onderhandelingen bleek het project een samenwerking te worden tussen de eigenaar, VIOE (Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed) en de Universiteit van Gent. Onze groep komt archeoloog Frederik Demeyere nu versterken.

De werkzaamheden op het terrein begonnen in april en moeten op 5 oktober 2004 klaar zijn. Na verkenning met proefsleuven wordt nu de zone met cirkelvormige sporen volledig afgegraven. Er zijn al drie dubbele grachten en drie enkele grachten aangetroffen. Deze zijn allen perifere structuren van grafheuvels uit de periode 2000 tot 1200 BC (Vroege en Midden Bronstijd). Daarnaast zijn nog tal van andere sporen aan het licht gekomen. Tot op heden zijn twee huisplattegronden opgemerkt, waarvan we kunnen aannemen dat ze thuishoren in de Vroege IJzertijd (750 – 450 BC). Een hele reeks van kleine bijgebouwtjes kan eventueel ook in deze periode geplaatst worden. Exacte datering aan de hand van C14 zal hierover later uitsluitsel moeten geven. Uit de Romeinse periode werden paalsporen en brandrestengraven opgemerkt. Deze laatste zullen een verfijnde datering opleveren als ook het aanwezige aardewerk is onderzocht. Om het rijtje af te sluiten zijn nog tal van Middeleeuwse greppels en grachten aangesneden die vermoedelijk een perceleringssysteem vormen.

Momenteel dient nog tweederde van deze vlakgraving geregistreerd worden. Dit betekent intekenen, kleuren, beschrijven en opmeten. Daarna moeten de sporen nog gecoupeerd en bemonsterd worden. Uiteindelijk zullen de grotere structuren volledig leeggeschept en uitgezeefd moeten worden. Om het kort samen te vatten: veel werk onder een zware tijdsdruk.

De werkgroepleden gaan dus ook deze zomer weer stevig de handen uit de mouwen steken. De groep kampeert in Ruddervoorde, ongeveer drie kilometer van het graafterrein. Daar wordt het mede dankzij de nimmer aflatende steun van de Philips van Horne Scholengemeenschap voor de 29e keer het kamp opgebouwd. Veel dank van de groep gaat ook uit naar de Belgische gemeente Oostkamp, die in tegenstelling tot Maldegem wel snel tot een kampeervergunning kon besluiten. En natuurlijk de opgravingsploeg ter plaatse die meteen enthousiast op de komst van de Nederlanders reageerde.

Bezoekers zijn welkom en kunnen bij Gerrit Hasendonckx even navragen hoe ze precies in Waardamme en Ruddervoorde komen.

Luchtfotografische opname van het terrein

voor de start van de opgravingen. De cirkelvormige sporen

zijn duidelijk waarneembaar..

 

Foto van een van de drie dubbele concentrische cirkels.

De humeuze vulling van de grachten tekent zich scherp

af tegenover de zandige moederbodem

 

Aanduiding van de zone door middel van proefsleuven

een verkenning van het terrein is gedaan.

De ‘open area’ zone is de plaats waar de cirkelvormige

sporen werden opgemerkt

 

Foto’s van twee coupes (profielen) op een van de cirkelvormige structuren.

De zwarte humeuze vulling vertoont een onregelmatig patroon

wat doet vermoeden dat deze gracht met plaggen is gedempt.

Vlaktekening van een van de twee huisplattegronden. Het langwerpige spoor is een standgreppel. De muren van een dergelijk huis werden opgebouwd uit een weefwerk van hout bekleed met leem en klei. Om deze iets steviger te maken werd deze in een greppel gezet. De verspreide paalsporen worden allemaal in verband gebracht met de dakconstructie. Op de foto zit Gunther in de ingang van de standgreppel, aangegeven door de ‘X’ op het plan.

Copyright Webmaster PvH

WERKGROEP ARCHEOLOGIE NAAR WAARDAMME

Noodsprong naar de bronstijd

WEERT/WAARDAMME - De Werkgroep Archeologie Philips van Horne heeft een paar spannende weken achter de rug. De aanvankelijk geplande opgraving van een Middeleeuws kasteel in het Belgische Middelburg werd elf dagen voor vertrek afgelast. De gemeente Maldegem treuzelde met een besluit over toestemming voor het opslaan van het jaarlijkse kamp. Niet getreurd; met veel kunst- en vliegwerk kregen Gerrit Hasendonckx en zijn ploeg een zo mogelijk nog veel leukere opgraving rond. De groep gaat nu van 17 juli tot en met 7 augustus naar Waardamme, een kilometer of tien onder Brugge en zo’n 215 kilometer van de thuisbasis Weert. Daar ligt een opgraving met sporen van grafheuvels en bebouwing uit de Bronstijd en vroege IJzertijd op de kleine tachtig gravers te wachten.

De nieuwe opgravingsleider Frederik Demeyere schreef onderstaande tekst voor het infoboek van de werkgroep en geeft daarmee duidelijk weer wat de amateur-archeologen in Waardamme gaan doen.

Eind jaren zeventig maakte luchtfotografie opgang als prospectietechniek aan de Gentse universiteit. Tijdens vluchten merkte piloot J. Semey allerlei sporen in het Vlaamse landschap op. De Vakgroep Archeologie en Oude Geschiedenis van Europa kende haar steun toe. Sindsdien maakt luchtfotografisch prospecteren deel uit van haar beleid en activiteiten. Binnen afzienbare tijd werd een enorme rijkdom aan sporen vastgelegd op dia’s.

De reden hiervoor ligt in de aard van de prospectie. Deze gaat niet zo zeer op zoek naar het heuvellichaam, zoals dat vroeger gebeurde, maar kijkt meer naar de aanwezigheid van de perifere grachten. Deze zijn meestal gevuld met iets humeuzere, iets lossere en vochtigere grond. Hierdoor tekenen zich bij bepaalde weersomstandigheden en gewassen cropmarks af op opnamen van onbebouwd gebied. In Oost- en West-Vlaanderen zijn op deze manier veel cirkelvormige structuren opgemerkt. Eeuwenlange intensieve landbouw - gekenmerkt door nivellering, aanleg van akkers met bedden en bolle akkers - had vaak de heuvels zelf vernield.

De site Waardamme–Vijvers werd in de loop van de jaren negentig verschillende malen opgemerkt. Met kon met zekerheid aannemen dat er minstens vier verschillende cirkelvormige structuren verwacht mochten worden.

Eind vorig jaar is het terrein voor nieuwbouw van 33 huizen opgekocht door het projectbureau Immoflandria uit Wetteren. Na beraad besliste de dienst Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen dat de bouwvergunning pas afgeleverd kon worden als de eigenaar instemde met archeologisch onderzoek. Dit betekende dat Immoflandria voor de duur van zes maanden een projectarcheoloog in dienst nam om het onderzoek uit te voeren. Na wat onderhandelingen bleek het project een samenwerking te worden tussen de eigenaar, VIOE (Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed) en de Universiteit van Gent. Onze groep komt archeoloog Frederik Demeyere nu versterken.

De werkzaamheden op het terrein begonnen in april en moeten op 5 oktober 2004 klaar zijn. Na verkenning met proefsleuven wordt nu de zone met cirkelvormige sporen volledig afgegraven. Er zijn al drie dubbele grachten en drie enkele grachten aangetroffen. Deze zijn allen perifere structuren van grafheuvels uit de periode 2000 tot 1200 BC (Vroege en Midden Bronstijd). Daarnaast zijn nog tal van andere sporen aan het licht gekomen. Tot op heden zijn twee huisplattegronden opgemerkt, waarvan we kunnen aannemen dat ze thuishoren in de Vroege IJzertijd (750 – 450 BC). Een hele reeks van kleine bijgebouwtjes kan eventueel ook in deze periode geplaatst worden. Exacte datering aan de hand van C14 zal hierover later uitsluitsel moeten geven. Uit de Romeinse periode werden paalsporen en brandrestengraven opgemerkt. Deze laatste zullen een verfijnde datering opleveren als ook het aanwezige aardewerk is onderzocht. Om het rijtje af te sluiten zijn nog tal van Middeleeuwse greppels en grachten aangesneden die vermoedelijk een perceleringssysteem vormen.

Momenteel dient nog tweederde van deze vlakgraving geregistreerd worden. Dit betekent intekenen, kleuren, beschrijven en opmeten. Daarna moeten de sporen nog gecoupeerd en bemonsterd worden. Uiteindelijk zullen de grotere structuren volledig leeggeschept en uitgezeefd moeten worden. Om het kort samen te vatten: veel werk onder een zware tijdsdruk.

De werkgroepleden gaan dus ook deze zomer weer stevig de handen uit de mouwen steken. De groep kampeert in Ruddervoorde, ongeveer drie kilometer van het graafterrein. Daar wordt het mede dankzij de nimmer aflatende steun van de Philips van Horne Scholengemeenschap voor de 29e keer het kamp opgebouwd. Veel dank van de groep gaat ook uit naar de Belgische gemeente Oostkamp, die in tegenstelling tot Maldegem wel snel tot een kampeervergunning kon besluiten. En natuurlijk de opgravingsploeg ter plaatse die meteen enthousiast op de komst van de Nederlanders reageerde.

Bezoekers zijn welkom en kunnen bij Gerrit Hasendonckx even navragen hoe ze precies in Waardamme en Ruddervoorde komen.

Luchtfotografische opname van het terrein

voor de start van de opgravingen. De cirkelvormige sporen

zijn duidelijk waarneembaar..

 

Foto van een van de drie dubbele concentrische cirkels.

De humeuze vulling van de grachten tekent zich scherp

af tegenover de zandige moederbodem

 

Aanduiding van de zone door middel van proefsleuven

een verkenning van het terrein is gedaan.

De ‘open area’ zone is de plaats waar de cirkelvormige

sporen werden opgemerkt

 

Foto’s van twee coupes (profielen) op een van de cirkelvormige structuren.

De zwarte humeuze vulling vertoont een onregelmatig patroon

wat doet vermoeden dat deze gracht met plaggen is gedempt.

Vlaktekening van een van de twee huisplattegronden. Het langwerpige spoor is een standgreppel. De muren van een dergelijk huis werden opgebouwd uit een weefwerk van hout bekleed met leem en klei. Om deze iets steviger te maken werd deze in een greppel gezet. De verspreide paalsporen worden allemaal in verband gebracht met de dakconstructie. Op de foto zit Gunther in de ingang van de standgreppel, aangegeven door de ‘X’ op het plan.

//-->